Evaluatie van het Certificatieschema Opsporing Ontplofbare Oorlogsresten (CS-OOO)

De inkt is nog niet droog of er is al een initiatief gestart om het wettelijke Certificatieschema voor het opsporen van ontplofbare oorlogsresten (CS-OOO) te evalueren. 

Er zijn door het CCvD-OO twee werkgroepen ingesteld, een werkgroep voor de evaluatie van het CS-OOO en een werkgroep om het CCvD te adviseren over de eisen in het certificatie in relatie tot offshore werkzaamheden.

Evaluatie werkgroep

Door het CCvD-OO is een werkgroep ingesteld om de evaluatie van het CS-OOO voor te bereiden. Vanuit het werkveld en de CKI worden verbetervoorstellen gedaan. De volgende onderwerpen zijn in de werkgroep aan de orde:

• goedkeuring projectplan door de gemeente waarbinnen OOO plaats heeft gevonden;
• verwijzing in het certificatieschema naar het Vooronderzoek en de Risicoanalyse;
• communicatie met de EODD;
• verlofregeling in de Wet Wapens en Munitie;
• beoordeling meetdata voor senior deskundige OO.

Ook de eisen waarvoor interpretaties zijn vastgesteld zijn aan de orde.

De planning is dat komend najaar het advies van de werkgroep wordt voorgelegd aan het CCvD-OO. Zij zal een besluit nemen over de wijzigingsvoorstellen en vervolgens worden deze voor consultatie aan het werkveld voorgelegd. Na besluitvorming van het CCvD-OO over de inspraakreacties wordt het wijzigingsvoorstel aan het ministerie van SZW voorgelegd. 

Offshore OO

Hiernaast is door het CCvD-OO een werkgroep ingesteld om over de offshore opsporing van OO aan het CCvD-OO te adviseren. Aan de orde is hoe dit beter te beleggen in het certificatieschema. Verwacht wordt dat deze werkgroep eveneens in het najaar aan het CCvD zal adviseren.